Het boek gaat over de drie pelgrimstochten die Gideon onderneemt om in het reine te komen met zichzelf en zijn ingewikkelde familie. De duizend jaar oude Camino de Santiago, een soloroute langs de achtentachtig boeddhistische tempels die het Japanse eiland Shikoku telt, en een massale jaarlijkse tocht naar de tombe van een beroemde chassidische mysticus in de Oekraïne samen met zijn vader en zijn broer. Het is een boek met veel woorden en veel bla bla bla. Vooral het eerste verhaal met zijn vriend op tocht naar Santiago de Compostella, kon wel eindeloos doorgaan. Als vakantieliteratuur stoorde me het deze keer niet. De Japanse voettocht met zijn zeventigjarige oom, op Shikoku klonk nogal luxueus. Maar vooral de laatste tocht met zijn vader en broer in Oekraïne vond ik wel sterk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten