Mijn vader zit recht over mij, hij helpt mijn moeder met het eten van haar mosselen friet. Naast mij zit Rachel, blijkbaar woont zij al dertien jaar in dit 'Rusthuis'. Dertien Jaar ! Hoe kan dat nu ? Hoe kan je dat hier volhouden ? Naast mij zit 'De Zuster', een levende plant die enkel eet en kakt. Het is zeer onduidelijk of ze nog kan horen of zien. Blijkbaar is ze in een vroeger leven Non geweest. Ze is net naar de kapper geweest, jawel, om de twee weken mogen de dames naar de kapper. 'De Zuster' heeft fijne krollen, ik geef haar de soep via een babybeker. Ze verslikt zich en hoest alles uit. 'Het leven zoals het is ... in het bejaardentehuis'.
Ondertussen zit ik daar, tussen Rachel en 'De Zuster', te staren ... en te denken ... dit is de eindfase van het leven. Terwijl ik dit zit te overpeinzen betrap ik mijn vader. Hij kijkt met een bepaalde blik naar mij, naast hem zijn demente vrouw. Aan de overkant ziet hij zijn vijftigjarige zoon zitten, grijs en moe. Wat zou mijn vader gedacht hebben ? Ik had het graag geweten. Ik ben duidelijk toe aan rust. Morgen vertrek ik naar een Grieks eiland. Een week lang lekker niets, rust, strand en vooral veel boeken lezen (nu het nog kan). Even geen gezinsdynamieken ontleden en mensen confronteren met 'dat' wat ze van zichzelf wel weten, maar niet willen horen maar toch aan moeten werken.
Geen internet, dus ook geen blog de volgende dagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten